2.1.
Ontstaan:
Fik Cleerbout kreeg de idee om naast het bestaande Boom F.C.
een nieuwe voetbalclub op te richten, waardoor aan alle liefhebbers en aan de
talrijke Boomse jongeren de kans zou worden geboden om, onder deskundige
begeleiding, de voetbalsport te beoefenen.
Dit leidde tot een bijeenkomst van 5 goede vrienden: Leon
Waumans, Kamiel Van Camp, Gustaaf Piessens, Karel Cleerbout en Fik Cleerbout.
De stichting was een feit!
De 5 pioniers ontleende de naam van de nieuwe
voetbalvereniging aan de rivier die Boom bespoeld en kozen spontaan zwart/wit
als clubkleuren.
De stichters bleven echter niet bij de pakken zitten en
nodigden alle Boomse verenigingen uit op de uiteindelijke
stichtingsvergadering, die plaatsvond op 13 maart 1934. Victor Moureau (vader
huidig secretaris in de fusieclub) werd de eerste secretaris van de club.
Na de vergadering werd aan de aanwezigen de kans geboden om
zich in te schrijven en lid te maken van de pas opgerichte voetbalclub.
Tijdens deze vergadering werd tevens beslist een aanvraag
tot aansluiting te richten aan de Koninklijk Belgische Voetbalbond, aangezien
men van oordeel was dat het pas opgerichte Katholiek Sportverbond weinig
toekomstmogelijkheden bood.
Een bestuursafvaardiging zakte even later af naar Antwerpen
om er tijdens een vergadering van het Provinciaal Comité de aanvraag tot
aansluiting bij de K.B.V.B. te verdedigen.
Als bijzonderste reden tot staving van de oprichting van
Rupel Sportkring werd opgegeven dat alle kleine, niet georganiseerde straat- en
wijkploegen tot één groot, kameraadschappelijk midden zouden samenbrengen en op
die manier onder kundige leiding zouden geplaatst worden.
De voetbalbond oordeelde dat het aantal inwoners van de
gemeente Boom voldoende groot was om de oprichting van een 2e club te verrechtvaardigen
en keurde de aanvraag goed.
Rupel
Sportkring werd ingeschreven en kreeg het stamnummer 2318
toegewezen
2.2. Jubileum:
Het seizoen 1958-1959
betekende niet enkel de 5e kampioenstitel, die behaald werd in de 1e
provinciale afdeling, zodat de poort naar de nationale bevordering zich opende
en dit juist op het “25-jarig” bestaan van de club. De viering van de
kampioenstitel en het 25-jarig bestaan, bestond uit een eucharistieviering, een
ontvangst op het gemeentehuis, een muzikale optocht door de Boomse straten, een
feestmaal en hierop aansluitend een supportersbal.
Net zoals met het 25-jarig
bestaan, werd ook nu niet enkel het “50-jarig” bestaan gevierd, maar ook om de
promotie naar 2e provinciale afdeling. Op 2 juni 1984 werd de
volledige club ontvangen in het gemeentehuis en op 23 juni 1984 en was er een
jubileumbanket voorzien voor 220 personen. Hier werden letterlijk en figuurlijk
de bloemetjes buitengezet tot in de vroeg uurtjes. De voorafgaande
eucharistieviering stond in het teken van het motto: “Dankbaar voor het
verleden, … hoopvol voor de toekomst!”
2.3.
Accommodatie en de terreinen:
De eerste bekommernis van
het bestuur was natuurlijk te kunnen beschikken over een eigen voetbalveld.
Hiervoor diende men niet ver te zoeken, aangezien er nog een terrein gelegen
was op de Krekelenberg.
Dit terrein werd destijds
aangelegd door de K.A.J. op gronden die eigendom waren van steenbakker Edward
Van Reeth die slechts af en toe gebruik maakten van het voetbalveld. Kleedkamers
waren er niet, zodat spelers zich dienden om te kleden in een nabijgelegen
schuur.
De K.A.J.-leiding had dan
ook geen enkel bezwaar tegen de overname van het terrein door Rupel Sportkring,
op voorwaarde dat zij er af en toe nog eens gebruik van mochten maken.
Na enkele besprekingen
kreeg de club de toelating van de eigenaar, Edward Van Reeth, om het bestaande
voetbalveld te verbeteren en uit te bouwen naar de normen van de K.B.V.B., dat
wil zeggen voorzien van kleedkamers en een (betonnen) omheining, zodat inkomgeld
voor de wedstrijden kon worden geïnd.
Op 29 mei 1934 werd er
besloten dat Frans Van De Vel uit Lint de werken mocht uitvoeren voor een
bedrag van 13.799 BEF.
Op 25 juli 1934 was het
terrein op de Krekelenberg volledig speelklaar. Het bestuur kon met voldoening
een mooi speelveld van 105m bij 58m, 3 kleedkamers en een betonnen omheining
aanschouwen.
Tijdens de maand september
van 1935 werd er een 4e kleedkamer bijgebouwd.
Het bestuur was er zich van
bewust dat de terreinen op de Krekelenberg niet voor altijd de thuishaven van
de zwart/witten zou zijn, daarom gingen ze op zoek naar een andere locatie,
vooraleer de mededeling zou komen van de eigenaar, Edward Van Reeth, om de
gronden te ontruimen voor de uitbaggering van de kleilaag.
Men moest niet lang zoeken,
want tussen de Kruiskenslei en de oude Antwerpse Steenweg, lag immers een groot
stuk braakliggend land dat op 22 maart 1938 eigendom was van de Heilige
Hart-parochie, maar door de mobilisatie en het uitbreken van de oorlog zou er
van de aanleg van een volledig nieuw terrein niets in huis komen.
Daarom nam het bestuur van
Rupel Sportkring onmiddellijk contact op met het Antwerps Provinciebestuur, dit
om toelating te bekomen om over het voetbalveld te kunnen beschikken, dat in
het Boomse park gelegen was.
Na vele afspraken mocht
Rupel SK zijn intrek doen in het gemeentelijk parkterrein tijdens het seizoen
1941-1942.
Vanaf het seizoen 1959-1960
kreeg de Boomse atletiekclub ook de toelating om van het voetbalterrein gebruik
te maken en het bestuur van Rupel SK begreep toen al dat deze wijziging in de
toekomst voor problemen zou zorgen. Het veelvuldig gebruik van de terreinen zou zeer nadelig zijn voor
de grasmat. Dit was de aanleiding om weeral op zoek te gaan naar een nieuwe
geschikte plaats.
Ditmaal lieten ze hun oog
vallen op een grote, braakliggende grondstrook aan de Molenstraat, dat eigendom
was van de gebroeders De Wachter. Zij waren bereid om hun grond te verkopen,
maar Rupel SK had niet de financiële middelen. De deken van Boom, Jan Van Loon,
had die middelen wel en hij zou de grond dan verder verhuren aan de
zwart/witten. In maart 1960 begonnen de bestuursleden, supporters en spelers
zelf aan de aanleg van de terreinen en de kleedkamers. Het B-terrein werd pas
aangelegd in 1967.
2.4. Sportieve evolutie:
De eerste wedstrijd die het
1e elftal van Rupel Sportkring speelde, vond plaats op 12 augustus
1934 op het terrein van Temse. Na nog enkele oefenwedstrijden stond het 1e
elftal paraat om tijdens de competitie van het seizoen 1934-1935 van start te
gaan in de 3e gewestelijke afdeling van de provincie Antwerpen.
Het bestuur beschouwde dit
seizoen als een proefjaar.
Het seizoen 1935-1936
betekende voor Rupel Sportkring pas de echte start, daar is geen twijfel over,
want in dit jaar werden ze voor het eerst al kampioen in de 3e
gewestelijke afdeling, reeks F en mocht via een eindronde promoveren naar de 2e
gewestelijke afdeling.
In deze afdeling speelden
ze kampioen tijdens het seizoen 1938-1939 en zou bijgevolg het volgende seizoen
in 2e provinciale afdeling uitkomen, maar …
De 2e WO bracht
heel wat veranderingen met zich mee in de organisatie van de K.B.V.B. Zo werd
een noodcompetitie opgericht tijdens de seizoenen 1939-1940, 1940-1941 en
1941-1942. In deze competitie won Rupel SK nagenoeg alles, maar tevergeefs want
na de oorlog moesten alle clubs terug hun oorspronkelijke plaats innemen die
behaald was op het einde van het seizoen 1938-1939.
Vanaf het seizoen 1942-1943
kende de officiële competitie van de K.B.V.B. opnieuw een normaal verloop en
startte Rupel SK in de 2e provinciale afdeling, waar het de promotie
kon afdwingen naar bevordering in het seizoen 1945-1946.
Bij aanvang van het nieuwe
seizoen koesterde het bestuur de stille hoop dat het behoud in nationale
bevordering zou verzekerd worden. Dit lukte hen ook het eerst volgend seizoen,
maar tijdens het seizoen 1947-1948 liep het minder goed af en moesten de Boomse
zwart/witten bijgevolg af te dalen naar de provinciale reeksen.
Maar “Waar een wil is, is
een weg” en met dit spreekwoord in gedachte, werd Rupel SK het volgende seizoen
de over verdiende kampioen en mocht zo terug naar de nationale reeksen
In het seizoen 1950-1951
behaalde ze voor de 4e keer een kampioenstitel en mochten zo stijgen
naar de eerste nationale afdeling.
Zo bereikte Rupel
Sportkring, amper 16 jaar na zijn stichting, het onbetwistbare hoogtepunt in
zijn geschiedenis, dat omwille van de huidige omstandigheden en verhoudingen in
de hedendaagse Belgische voetbalwereld nooit meer zal geëvenaard worden …
Tijdens het seizoen
1951-1952 speelden ze in de op één na hoogste afdeling van de Belgische
competitie. Maar het hoogtepunt van dat seizoen was de allereerste derby tegen
K.Boom F.C. en deze vond plaats op 11 november 1951 op de terrein van K.Boom
F.C., aan de Hollezijp en werd met 2-0 verloren.
Nog een onvergetelijk
moment was de enige thuiswedstrijd die Rupel Sportkring ooit speelde tegen
K.Boom F.C. , dit heuglijk feit vond plaats op 24 februari 1952.
De wedstrijd eindigde op
1-2 in het voordeel van de blauw/witten.
Door reorganisatie van de
competitie moest Rupel SK tijdens het seizoen 1952-1953 uit komen in de nieuwe
3e nationale afdeling.
Na 2 jaar standhouden,
moesten ze in 1954 toch terug afdalen naar bevordering.
Tijdens het seizoen
1957-1958 duurde het tot de laatste speeldag, om te weten wie naar 1e
provinciale moest afdalen. In deze zenuwslopende degradatiestrijd moest Rupel
SK toch het onderspit delven en zakte zo dus ver af naar 1e
provinciale afdeling.
Dit was slechts van korte
duur, want het seizoen erop, behaalden ze hun 5e kampioenstitel en
de poort naar nationale bevordering stond terug open.
Na 4 seizoenen goed
meegedraaid te hebben in bevordering, moesten ze er het 5e seizoen
(1963-1964) toch aan geloven en degradeerden ze naar de 1e
provinciale.
En het ging van kwaad naar
erger, want het jaar erop zakten ze zelfs naar 2e provinciale. In
een korte tijdspanne van 2 seizoenen was Rupel Sportkring van een fiere
bevorderingsclub teruggevallen tot een schuchtere 2e provincialer.
De club had gedurende 7
jaar een vaste stek in de 2e provinciale, maar moest deze ook
afgeven tijdens het seizoen 1971-1972 en degradeerde dus naar de 3e
provinciale afdeling.
Na 4 seizoenen hard werken,
eindigden de zwart/witten op de 2e plaats in de eindrangschikking en
deze gaf ook recht op promotie. Dus in 1976 stond Rupel SK terug in 2e
provinciale.
Tijdens het seizoen
1979-1980 behaalde Rupel SK, na 4 jaar 2e provinciale, zijn zesde
kampioenstitel en mocht zo dus weer even proeven van de 1e
provinciale.
Inderdaad even, want het
seizoen erop moesten ze direct terug af zakken naar de 2e
provinciale, omwille van het te grote klasseverschil.
En de zwart/witten bleven
slecht presteren en zakten dan ook meteen door naar de 3e
provinciale afdeling, de op één na laagste afdeling van de K.B.V.B.
In het seizoen 1983-1984
was er terug reden tot vieren, want Rupel Sportkring behaalde de promotie na
een minicompetitie en mocht zo terug naar 2e provinciale afdeling.
In deze reeks konden ze
enkele jaren stand houden,maar moesten ze toch af zakken naar lagere reeksen.
Sportief ging het met K. Rupel SK bergaf, totdat ze in het seizoen 1995-1996
kampioen speelden in 4e provinciale en zo dan toch terug in de 3e
provinciale afdeling terecht kwamen.
Dit was dan ook het laatste
hoogtepunt van de zeer rijke voorgeschiedenis van de K. Rupel Sportkring.
2.5. Bestuursleden:
De eerste:
Voorzitter
|
Gustaaf
Piessens
|
Ondervoorzitter
|
Karel
Cleerbout
|
Secretaris
|
Victor
Moureau
|
1e
Schatbewaarder
|
Jan Van Loon
|
2e
Schatbewaarder
|
Karel De Bruyn
|
Overige
bestuursleden
|
Fik
Ceerbout
Prosper
Piessens
Leon
Waumans
Sylvain
Van Camp
Armand
Bal
Adolf
Struyf
Kamiel
Van Camp
|
Het laatste:
Voorzitter
|
Walter Leijs
|
Secretaris
|
Paul Moureau
|
Sportief verantwoordelijke
|
Frans callaert
|
Penningmeester
|
Etienne Van Robbroeck
|
Overige bestuursleden
|
Michel
Peeters
Gust
De Bruyn
André Coeckelbergh
Luc
Van Reeth
Jan
Eeckeleers
Pierre
Callaert
|

|